Facebook
X

Maligne lymfoom bij de hond

Maligne lymfoom is een veel voorkomende tumor bij de hond en kat. Maligne lymfoom kan op verschillende plekken in het lichaam voorkomen. Alhoewel genezing zelden mogelijk is, kunnen we dieren met maligne lymfoom wel behandelen. De eerste keuze behandeling van maligne lymfoom is chemotherapie.

Denkt u dat uw hond maligne lymfoom heeft of is er bij uw hond maligne lymfoom geconstateerd? Neem voor vragen gerust contact met onze dierenartsen op.

Wat is maligne lymfoom bij de hond?

Maligne lymfoom is een tumor uitgaande van de lymfocyten. Dit zijn afweercellen die in het bloed circuleren en aangemaakt worden in het beenmerg, de lymfeklieren en de milt. Lymfeklieren vormen samen met de lymfevaten het lymfoïd systeem.
In theorie kan maligne lymfoom overal in het lichaam ontstaan, omdat er door het hele lichaam heen lymfoïd weefsel aanwezig is. Afhankelijk van waar we deze tumorcellen vinden kennen we de volgende classificaties:
  • Multicentrische lymfoom Hierbij zijn alle perifere (aan de buitenkant te voelen) lymfeklieren aangetast. Dit is de meest voorkomende vorm bij de hond. .
  • Alimentair lymfoom. Dit is lymfoom in het maag-darmkanaal.
  • Medistinaal lymfoom. Hierbij ontstaat er een tumor in de thymus (een klier in de borstholte die bij jonge dieren aanwezig is).
  • Andere vormen van lymfomen.
    Bijvoorbeeld lymfoom in de lever, huid, neus, nieren of het zenuwstelsel.
Er zijn twee types lymfocyten, namelijk T-cel lymfocyten en B-cel lymfocyten. Tumoren die ontstaan vanuit B-cel lymfocyten (B-cel lymfomen), reageren vaak beter op behandeling dan tumoren vanuit T-cel lymfocyten (T-cel lymfomen).

Hoe ontstaat maligne lymfoom?

Bij de kat kan maligne lymfoom veroorzaakt worden door de virussen FeLV en FIV. Meestal ontstaat het echter spontaan en wordt het dus niet door een virus veroorzaakt. Bij honden ontstaat maligne lymfoom altijd spontaan en spelen virussen geen rol.

Welke symptomen krijgt een hond met maligne lymfoom?

De symptomen van maligne lymfoom zijn afhankelijk van waar de tumoren zitten. Algemene klachten zijn koorts, zwakte, verminderde conditie, matige eetlust of afvallen. Daarnaast kunnen er symptomen optreden die veroorzaakt wordt door de locatie, zoals:
  • Multicentrisch lymfoom: verdikte lymfeklieren in de keelstreek, hals, voor de schouder of in de knieholte. Deze kunnen soms zo groot worden als een kippenei en zijn normaliter niet pijnlijk.
  • Alimentair lymfoom (lymfoom van het maagdarmstelsel): Verdikkingen in het maag-darmstelsel of soms alleen tumorcellen in de maag- of darmwand welke alleen onder de microscoop te zien zijn. Vaak veroorzaakt deze vorm braken, diarree en/of een slechte eetlust.
  • Mediastinaal lymfoom: Doordat deze tumor in de borstholte zit, kunnen dieren moeite hebben met ademen.
  • Andere locaties: Afhankelijk van de locatie kunnen bijvoorbeeld huidontstekingen, leverproblemen, nierproblemen of neurologische klachten optreden.

Welke behandelopties zijn er?

  • Niet behandelen. Dieren overlijden dan meestal binnen vier weken. 
  • Alleen Prednison. Prednison geeft een korte opleving en verbetering. Meestal echter overlijden dieren binnen twee tot drie maanden. 
  • Chemotherapie. Er zijn verschillende combinaties van middelen die gebruikt worden als chemotherapie. Per patiënt wordt beoordeeld welk protocol het best past. De gemiddelde overleving is 6-12 maanden, maar er zijn dieren die nog enkele jaren leven.  
  • Oncaspar (L-asparaginase). Dit is een enzym dat als onderdeel van de chemotherapie gegeven kan worden, maar het kan ook als enige therapie gebruikt worden. Oncaspar is veilig in gebruik, ook als er jonge kinderen of zwangeren in huis zijn. De werking is vergelijkbaar met chemotherapie. 
  • Bestraling. Bestraling is een optie als het lymfoom op een locatie zit waar goed bestraald kan worden, zoals lymfoom in de neus. 
  • Chirurgie. Chirurgie kan van belang zijn bij bepaalde vormen van lymfoom, zoals lymfoom in de darmen of in de milt. Zo kan lymfoom in de darmen een obstructie veroorzaken, waarvoor chirurgie nodig is. Wel is daarna ook chemotherapie nodig en is de prognose gereserveerd.

Van welke factoren is de behandeling en prognose afhankelijk?

  • T-cel of B-cel lymfoom. B-cel lymfoom reageert over het algemeen beter op chemotherapie dan T-cel lymfoom. 
  • Welk type lymfoom. Alimentair lymfoom is vaker een T-cel type en reageert gemiddeld genomen slechter op chemotherapie. Mediastinaal lymfoom bij jonge dieren reageert vaak goed op behandeling. 
  • Is er al behandeld met medicatie? Als er al prednison gegeven is voordat chemotherapie gestart wordt, reageert de tumor vaak veel slechter op chemotherapie. 

Worden dieren niet erg ziek van chemotherapie?

Dit valt gemiddeld genomen erg mee. De meeste dieren hebben geen bijwerkingen van de chemotherapie en voelen zich prima. Een klein deel van de honden en katten krijgt noemenswaardige bijwerkingen, zoals braken en diarree.

Waar moet ik als eigenaar op letten als mijn huisdier wordt behandeld met chemotherapie?

Besef dat chemotherapie de eerste paar dagen na behandeling uitgescheiden wordt via ontlasting, urine, speeksel en eventueel braaksel. Ruim dit dus op met wegwerphandschoenen en vermijd contact hiermee. Laat uw dier u of anderen niet in het gezicht likken. Kinderen en zwangeren zijn gevoeliger voor chemotherapie. Daarom adviseren sommige oncologen niet te behandelen met chemotherapie als er kinderen of zwangeren in huis zijn.

Deel dit bericht

Facebook
Twitter
WhatsApp
E-mail

Volg onze Socials!

Wij delen o.a. interessante feitjes en weetjes over jouw huisdier. 

Volg ons op Facebook en Instagram

FacebookInstagramTwitterLinkedIn