Home > Honden > Een tumor ofwel kanker bij honden > Melkkliertumoren bij de hond
Het op jonge leeftijd steriliseren van een teef heeft grote invloed op de ontwikkeling van melkkliertumoren op latere leeftijd. Sterilisatie voor de eerste loopsheid verkleint de kans op het ontwikkelen van melkkliertumoren aanzienlijk. Bij een teef die voor de eerste loopsheid is gesteriliseerd, is de kans op de ontwikkeling van melkkliertumoren net zo klein als bij een reu.
Over het algemeen is op basis van het klinisch onderzoek, door de bult te voelen, de diagnose melkkliertumor eenvoudig te stellen. Bij twijfel kan door middel van een DNAB (Dunne Naald Aspiratie Biopt) het onderscheid gemaakt worden tussen een melkkliertumor of een andere oorzaak/tumor. Er worden dan met een injectienaald cellen afgenomen uit de bult die onder de microscoop beoordeeld kunnen worden.
Chirurgie
Bij de hond heeft ruim verwijderen van de bult (nodulectomie) de voorkeur. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat er geen verschil is in overlevingstijd tussen honden waarbij een nodulectomie is uitgevoerd en honden waarbij een radicale mastectomie is uitgevoerd. Een hond met een kwaadaardige melkkliertumor, waarbij alle melkklieren in een behandeling worden verwijderd, leeft dus niet langer dan een hond waarbij alleen de bult (of bulten) wordt verwijderd.
Sterilisatie
Chemotherapie
De prognose bij melkkliertumoren is afhankelijk van een aantal factoren: